Les 14


Alle internationale woorden blijven onveranderd, maar... zij nemen de spelling en de uitspraak over van het Esperanto.
  telefoon telefono
  telegrafie telegrafio
  machine maŝino
  theorie teorio

Voorvoegsels

In het Nederlands kennen we de woorden schoonzoon, schoonvader, schoonmoeder, schoonzuster enz.
Dit Nederlandse voorvoegsel drukt een verwantschap uit die door huwelijk is ontstaan. In het Esperanto bestaat daarvoor ook een voorvoegsel en wel bo-.

  vader patro schoonvader bopatro
  zuster fratino schoonzuster bofratino
  broer frato zwager bofrato

Let op! ouders - gepatroj, schoonouders -   bogepatroj. Het is niet gebruikelijk in zo'n geval ge- voor bo- te plaatsen.

Het voorvoegsel dis- geeft een verspreiding, een verdeling aan (uiteen, verspreid, naar alle kanten, rond-).
iri gaan disiri uiteengaan
sendi zenden dissendi rondzenden
bati slaan disbati uiteenslaan
semi zaaien dissemi rondstrooien

Achtervoegsels

Het achtervoegsel -er geeft het kleinste gedeelte aan, van wat door het stamwoord wordt aangeduid.
pano brood panero broodkruimel
sablo zand sablero zandkorrel
neĝo sneeuw neĝero sneeuwvlok
mono geld monero geldstuk
ligno hout lignero houtsplinter
pluvo regen pluvero regendruppel
fajro vuur fajrero vonk

Verwar dit achtervoegsel niet met het achtervoegsel -ar zoals in arbaro (= bos). Zie les 12.

Het achtervoegsel -ebl betekent: kan worden ge...
legi lezen legebla wat gelezen kan worden, dus: leesbaar
vidi zien videbla zichtbaar
trinki drinken trinkebla drinkbaar
atingi bereiken atingebla bereikbaar
uzi gebruiken uzebla bruikbaar
aŭdi horen aŭdebla hoorbaar

Je ziet dat bij deze voorbeelden -ebl overeenkomt met ons achtervoegsel -baar.
Soms komt het ook overeen met onze uitgang -lijk.

  Akcepti - aannemen,   akceptebla - aannemelijk.

In andere gevallen kunnen we het niet met een Nederlands woord vertalen, dat eindigt op -baar of -lijk.

  La domo estas aĉetebla - het huis is koopbaar??

In zo'n geval vertalen we: het huis is te koop.

De man is te overtuigen -   La viro estas konvinkebla (konvinki = overtuigen).


Nieuwe woorden

rompi breken (overgankelijk: 'iets' breken)
vitro glas
kajero schrift
kuri rennen
tro te, te zeer, te veel
rivero rivier
kurteno gordijn
eraro fout, vergissing
fari doen, maken
aparteni al behoren aan, zijn van
ĉiuj alle(n)
diligenta ijverig, vlijtig
opinii menen, van mening zijn

Vertalen

  A  
1. Vitro estas rompebla kaj travidebla.
2. Ŝi ne estis konvinkebla.
3. En la mateno mi donis al la birdoj panerojn.
4. La instruistino disdonis la kajerojn.
5. La ludantaj infanoj diskuris.
6. La prezidanto parolis tro mallaŭte, li ne estis aŭdebla.
7. Kies domo estas aĉetebla?
8. Miaj bogepatroj loĝas en la domo de mia bofrato.
9. Mi iris en la domon, ĉar mi sentis kelkajn pluverojn.
10. La knabino laŭte ploris, ĉar ŝi havis sableron en la okulo.
11. Ĉu vi dissendas la invitilojn por la kontaktvespero?
     
  B  
  1. De brief van mijn vriend uit Nederland was leesbaar.
  2. Op de tafel lag een geldstuk.
  3. Wanneer is (!) uw huis te koop?
  4. Mijn huis zal niet te koop zijn, maar te huur.
  5. De sterren waren niet zichtbaar.
  6. Zondag zal mijn zwager mij bezoeken.
  7. Mijn zuster kan niet komen, want zij heeft een houtsplinter in het oog.
  8. Mijn zuster is eigenwijs, zij is niet te overtuigen.
  9. Met wie sprak u gisteren in de tram?
  10. Het bruine water uit de rivier was niet te drinken.
  11. De fiets van mijn broertje was bruikbaar.
     
  C Probeer eens wat zinnen in het Esperanto te schrijven.

E-mail de gemaakte vertalingen en eventuele vragen en suggesties naarpingveno.

Ga naar de volgende les via hejmo of door het aanklikken van les 15.